Vrijwillig landschapsonderhoud: De Rode Hakbijl
Het begon ooit in 1995 met een groepje van 6 man die de smaak te pakken kregen op de landelijke natuurwerkdag. Van hen zijn vier inmiddels nog actief. Een van hen, Wiebe Tolman, is al die tijd al de coördinator. Nu, anno 2015, kreeg de groep die inmiddels uit zo’n 26 personen bestaat en niet meer van de jongsten zijn (55-plussers), een eigen cluborgaan: De Rode Hakbijl. Na een bestaansrecht van 20 jaar vrijwillig landschapsonderhoud mag dat ook wel. Dat blad viel in de bus van VechtdalDichtbij. Reden om eens een werkmiddag in de natuur te gaan bekijken. In dit geval in Collendoorn waar men een bosperceel moet terugsnoeien omdat het te ver het weiland op gegroeid is. Gemiddeld zijn er volgens een werkschema twee maal in de week tussen de 10 en 15 man actief, vandaag 12. En dat doen ze op diverse terreinen. Is het geen heideterrein opschonen, dan wel onderhoud op het Garsteneiland in Gramsbergen. Jan Plaggenmarsch doet vandaag het grove zaagwerk om groot gegroeide berkenbomen om te halen. Gerrit Litjens maakt van de stam kleinere brokken en even later zie je hem bezig een zaagketting te vernieuwen. Weer anderen ontdoen de takken van de stam en Wiebe is bezig om het struikgewas klein te maken. Marinus Oogjes, ook van het eerste uur, hanteert de grote snoeischaar. En zo hebben alle andere aanwezigen, Walter ten Hove, Gerrit Jans, Peter Fleurke, Harry Slot, Johan Runhaar, Geert Olthof, Gerrit Lambers en Henk Sloots spontaan hun taak naar zich toegetrokken. De grote lijnen bepaalt de coördinator, niks moet eigenlijk. Maar hij let er speciaal wel op of ook de veiligheid- en arbo-eisen in acht genomen worden. Momenteel werken ze op 13 verschillende locaties, de laatste jaren draaien ze met zijn allen toch al gauw zo’n 3.000 manuren. Vrijwillig, om zelf bezig te zijn, om ontspanning te hebben en om gezond te blijven. En op vrijdagmorgen (of bij heel slecht weer) is er genoeg te doen in De Steenuil, hun ‘clublokaal’ in het Gemeentebos, waar de stammen tot open haardhout gehakt worden. Hiervan bekostigen ze hun apparatuur en hun jaarlijkse uitstapje. Van natuuronderhoudswerk dat persoonlijk en met de hand moet gebeuren, op plekken waar machines niets kunnen uitrichten. Gemeente, Staatsbosbeheer, Landschap Overijssel en anderen doen graag een beroep op deze groep natuurliefhebbers om de natuur op hun terreinen zich op de juiste wijze te kunnen laten ontplooien.