Slipjacht: meute trok door het landschap
De Koninklijke Nederlandsche Jachtvereeniging (KNJV) is opgericht in 1919 en verkreeg in 1924 het predicaat “Koninklijk”. De KNJV is een slipjachtvereniging. Er wordt met honden gejaagd op “het slip”. Het slip is een bos stro of een zak die een geur heeft gekregen en door het terrein wordt gesleept. Zo wordt een lang spoor gemaakt dat door de honden wordt uitgewerkt. Aan het eind wacht een koeienpens als beloning. De meute van de Vereeniging bestaat uit foxhounds, aangevuld met enige outcrosses (producten van een kruising tussen foxhound en bloedhond). De meute volgt het getrokken spoor van vossengeur en wordt gevolgd door amazones en ruiters. Het jachtseizoen loopt van oktober tot april. Het tenue van de leden der KNJV bestaat voor de heren uit een rode jachtrok met een grijze kraag. De dames dragen een zwarte – of blauwe jachtrok, eveneens met een grijze kraag. De Vereeniging heeft een Corps Sonneurs dat de jacht aan- en afblaast. Zaterdag jl. trok de meute onder andere over het landgoed De Groote Scheere. Sliptrekker H. Kwakkel uit Borculo had een reukspoor (een ‘scent’ heet dat) gelegd, dat de honden gevonden hadden en moesten gaan uitwerken. De ‘full cry’ van de foxhounds hoorde men van veraf al in de omgeving. De slipjacht bestond uit 3 runs. Na elke run, in dit geval de eerste, is er een ‘check’, een pauze om het ‘veld’, dus de berijders en paarden enige rust te geven en de honden te controleren op conditie. Er was ook tijd voor het nuttigen van een versnapering. Dat gebeurde op een akker achter de tuin van de familie Snijders in Holthone die gastvrij tussen de paarden met de berijders door met wat lekkers rondgingen. Intussen deden de honden zich tegoed aan hun beloning, de koeienpens. Na de gedane rust trok de meute verder door het landschap van De Groote Scheere voor de tweede run.